
In de jaren zestig werd bij wijze van wetenschappelijk experiment de nijlbaars in het Victoria-meer in Tanzania uitgezet. Deze vis is niet alleen bijzonder roofzuchtig, hij vermenigvuldigt zich ook razendsnel. Daardoor heeft hij ondertussen 95% van de inheemse soorten vernietigd en destabiliseert hij het hele ecosysteem van één van de grootste tropische meren ter wereld. Maar de nijlbaars is ook een bijzondere lekkernij. Dagelijks wordt er met Russische vrachtvliegtuigen 500 ton nijlbaarsfilet vanuit de luchthaven van Mwanza naar de Europese en Japanse markt uitgevoerd.
Vis betekent werk, zegt een inwoner, en dus geld, en dus eten. Maar wat voor eten en wat voor werk! De film vertelt de persoonlijke verhalen van de mensen die er werken in de vis- en transport-industrie. Op die manier krijgen we een bijzonder bijtende allegorie van de nieuwe wereldorde. Want Tanzania is niet alleen een van de armste landen ter wereld; terwijl de dure vis geëxporteerd wordt, moet de lokale, door hongersnood, prostitutie, AIDS en misdaad getroffen bevolking zich met de rotte viskarkassen tevreden stellen. De hallucinante beelden van een oude vrouw die de van maden krioelende karkassen van rotte vissen sorteert, terwijl de ammoniakwalmen haar bedwelmen, zijn niet licht te vergeten. De vrouw, maar ook de aan hun lot overgelaten straatkinderen en de aids-slachtoffers bewijzen dat de export van de nijlbaars niet voor iedereen het grote geluk betekent. Slechts enkelen lijken er echt beter van te worden. Bovendien blijft het een mysterie wat de cargo-vliegtuigen aan boord hebben als ze ter plekke landen, al zijn er sterke vermoedens dat het om wapens gaat die in de talrijke Afrikaanse conflicten gebruikt worden.
Hubert Sauper gebruikt het bizarre verhaal van de nijlbaars als aanzet voor het schrijnende verhaal van de 'échte survival of the fittest' in de wereldeconomie.
‘Het maatschappelijke model van de toekomst is dat van de democratie van de consument’, aldus regisseur Sauper over zijn onthutsend document, een integere aanval op de perverse mechanismen van de consumptiemaatschappij en de arrogantie van de westerse landen. ‘Ik had dezelfde film in Sierra Leone kunnen draaien, maar dan over diamanten in plaats van vissen, in Honduras, maar over bananen en in Libië, Nigeria of Angola over petroleum. Na meer dan honderd jaar van slavenarbeid en kolonisatie is de globalisatie van de Afrikaanse markt de derde en de meest dodelijke vernedering voor de Afrikanen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten